Home

Terug naar Nordic Walking

De verschillende Nordic Walking organisaties hebben elk een 'eigen' techniek ontwikkeld, die slechts heel weinig van elkaar verschilt. Het is in elk geval raadzaam van welke organisatie ook een starterscursus te volgen, om de eerste beginselen van de techniek aan te leren. Helaas zie je in de praktijk veel walkers lopen die overduidelijk geen cursus hebben gevolgd en totaal verkeerd lopen, met als gevolg een kans op vervelende blessures.

Ook als je een cursus hebt gevolgd blijft het noodzakelijk om je techniek 'scherp' te houden. In mijn loopgroep vat ik de gewenste stijl samen als de
       
'5L techniek'.
L1     Maak jezelf LANG, dat wil zeggen hoofd rechtop (hou wel in de gaten waar je loopt), buik ingetrokken en billen aangespannen en de borst vooruit.
L2     Maal je pas LANG en wikkel van hiel tot teen soepel af. Het gaat bij Nordic Walking niet om snelheid, maar om power. Liever een tragere pas maar goed afgewikkeld en voldoende kracht in de armen ontwikkeld dan een snelle pas.
L3     Hou je handen LAAG door de schouders laag te houden en de ellebogen losjes gestrekt gedurende de hele armbeweging. Deze beweging is gelijk aan de normale wandelbeweging, dus linker arm en rechter been gaan gelijktijdig naar voren en achteren, evenals rechter arm en linker been.  In het begin als je met poles loopt heb je neiging om in telgang te lopen, maar dat went snel af. De inplanting van de pole geschiedt niet te ver naar voren; in elk geval met met een gestrekte arm.
L4    Laat de pole bij de afzet LOS en ga met de pols in de strap hangen, zodat de kracht in de onderarm wordt opgevangen en niet in het polsgewricht. Na het afzetten grijp je de handgreep van de pole weer vast tijdens de naar vorengaande beweging van de arm, zodat je de pole weer stevig kan inplanten voor de volgende afzet. De lus van de handgreep moet daarvoor zeker niet al te wijd zijn ingesteld, anders raak je de greep op de pole kwijt tijdens het loslaten.

L5    Zet je LANG en krachtig af met de arm die naar achteren gaat, tenminste tot achter de bil, waarbij de romp licht kan worden gedraaid om die arm zo lang mogelijk de kracht van de romp mee te geven.